4a(communiceren verbaal en non-verbaal)

wat vul je in ?

In het magazijn moet je praten met je collega's, met de klanten .
Je vraagt iets aan je collega, of...
Je geeft antwoord aan je collega, of......
Je overlegt met je collega.

Dit praten noemen we communicatie .

Maar......je luistert niet alleen of praat,..
maar je kijkt ook naar de lichaamstaal van je collega.
Dit kijken noemen we communicatie .

Als je collega boos kijkt, en hij zegt: " je hebt goed gewerkt" , dan klopt er iets niet .......

6.jpg
Als je collega zegt: "je hebt goed gewerkt", dan gebruikt hij zijn hand, zoals je ziet in plaatje .
Als je collega zegt: "je hebt slecht gewerkt", dan gebruikt hij zijn hand, zoals je ziet in plaatje .

1.jpg

Dit is ook .
Je ziet 2 mannen. Welke man wil jij het liefst als je vader ?





2.jpg

Hier zie je dezelfde man met verschillende gezichten.
Het eerste gezicht betekent: ik ben .
Het laatste gezicht betekent: ik ben .










3.jpg
De jongen laat zien, dat hij is .
Het meisje laat zien, dat ze zich .



















4.jpg

Hier zie je honden.
Bij een hond staat: " frightened". Dit is Engels.
Je ziet, dat deze hond is.
Bij een hond staat: "playful" . Dit is Engels.
Je ziet, dat deze hond wil .


Dus: communiceren met je collega's of met de klanten betekent:
je gebruikt de taal + je , als je iets wilt zeggen.
praten met taal = .
praten met je lichaam = .