Derving 01

Maak combinaties

Zoek de items in de linkerkolom bij die uit de rechterkolom
Een medewerker eet een pak koeken uit het magazijn.
Een chauffeur neemt een zak snoep mee uit het magazijn
Een bestelling is niet compleet, er worden nog goederen nageleverd
Een medewerker laat een doos met flessen wijn vallen
Er zijn teveel goederen geleverd
De verpakking is gescheurd; het product kan niet meer verkocht worden
Tijdens de controle blijkt, dat er 15 dozen papier zijn in plaats van 14 dozen
Er is ingebroken; niets is weg
Er is ingebroken; een pallet met computers is weg
Een pallet met tomaten; de houdbaarheidsdatum is morgen voorbij
Een medewerker eet een paar koeken uit het magazijn; hij betaalt de koeken.
Het is zomer; er is nog veel winterkleding niet verkocht